Regiodeal WP 3

Ontwikkeling emissiearme bemesters

Het is standaard praktijk dat in de minerale behoefte van grasland wordt voorzien door het een aantal keer gedurende het groeiseizoen te bemesten. Voor de vloeibare GWM meststof heeft Slootsmid in 2018 een eerste prototype ontwikkeld die in het voorjaar van 2019 verder verbeterd is. Aan de hand van de ervaringen in het groeiseizoen 2019 zal in dit project worden gekeken naar de verdere verbetering van deze bemester. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de verdere verbetering van de emissiearme toediening. Daarnaast wordt ook gekeken naar andere zaken zoals het verminderen van het lege gewicht van de bemester. Dat is onder andere van belang voor de hoeveelheid vloeistof die meegenomen kan worden en de hoeveelheid hectares die per uur bemest kan worden.

Voor akkers met bijvoorbeeld granen, suikerbieten, maïs of aardappelen gaat de bemesting anders. Bij dit soort gewassen wordt standaard de benodigde hoeveelheid mineralen in een enkele mestgift aan het begin van het groeiseizoen toegediend.  Dit gebeurt meestal kort voor of soms tijdens het zaaien.

Dit kan er toe leiden dat de mineralen minder efficiënt worden benut of zelfs grotendeels uitspoelen door (extreme) regenval aan het begin van het groeiseizoen. Door de klimaatverandering neemt de kans op extreme regenval toe met alle risico’s van dien voor het uitspoelen van mineralen op bouwland.

In het kader van dit project wordt gestreefd naar precisiebemesting en optimale opname van de mineralen door het gewas. Dit kan op bouwland bij verschillende gewassen bereikt worden  door de mestgift te verdelen over het groeiseizoen. Uiteraard moet daarbij wel aan de wettelijke eis van emissiearm worden voldaan, terwijl het ook praktisch gezien een aanpassing aan de GWM bemester vergt a) vanwege het deels werken op bouwland (geploegde en gefreesde akker) en b) vanwege het bemesten van akkers met reeds gegroeide maïs of andere planten. Dit vergt een intensief ontwikkeltraject met diverse testen van de ontwikkelde bemester in de praktijk.

In het groeiseizoen 2020 zijn de eerste praktische testen uitgevoerd met een GWM bemester voor maïsplanten. De planten hadden een hoogte variërend van ca 30cm tot 60 cm. Bij het gebruik van de bemester op een totaal van circa 50 ha maisakkers kwamen diverse verbeterpunten aan het licht. Een belangrijke is dat de werkbalk bij het keren op de kopakker hoger moet kunnen worden opgetild. De kans op beschadiging van maïsplanten op de wat hoger gegroeide akkers is anders te groot. De planning is in het groeiseizoen 2021 nieuwe testen uit te voeren met een verbeterd prototype.